De spiritualiteit van de Karmel is sterk gericht op gebed, stilte en eenzaamheid in navolging van de kluizenaars op de Berg Karmel.
In de Regel van Albertus, de Patriarch van Jeruzalem, van wie de kluizenaars hun leefregel ontvingen, ligt uitgedrukt welke de belangrijkste richtlijnen zijn voor een leven als karmeliet/karmelietes.
Als het meest belangrijke voorschrift geldt wel “het alleen zijn in de cel of in de nabijheid er van, dag en nacht de Wet des Heren overwegen en waken in gebed”. (no 8 van de Regel.)
Het begin van de Teresiaanse spiritualiteit binnen de Karmelorde is nauw verbonden met de ontwikkeling van het geestelijk leven van de heilige Teresa van Avila, met haar charisma en haar mystiek. Die hebben haar er toe gebracht de Karmel te vernieuwen door haar geheel te richten op het gebed en de beschouwing van de goddelijke werkelijkheid, het beoefenen van de evangelische raden volgens de oorspronkelijke Regel, in een kleine zusterlijke gemeenschap, gegrond op eenzaamheid, gebed en een leven van eenvoud.
Teresa zag haar communiteiten als burchten van gebed voor de noden van kerk en wereld. Deze apostolische visie op het gebed is een nieuw element in het contemplatieve leven van haar tijd. De grondtrekken van de karmelregel zijn door Teresa duidelijk vormgegeven in het levensontwerp voor haar zusters in het eerste klooster dat zij stichtte, het St. Jozefklooster te Avila.
Zij verlangde kleine communiteiten waar de zusters elkaars vriendinnen zijn en als in een familie samen leven.
Teresa schrijft: “In dit huis waar we met niet meer dan dertien zijn, moeten we allemaal vriendinnen zijn van elkaar, elkaar beminnen, hoogschatten en helpen”. (Uit: Weg van Volmaaktheid, hfst. 4 regel 7.)
Typische kenmerken van een Teresiaanse communiteit zijn de twee uur stil gebed, de gezamenlijke recreatie, gezamenlijke maaltijd en de arbeid.
De dag is ingedeeld rond Eucharistie en getijdengebed, gezongen of gereciteerd: lauden, middaggebed, vespers, metten en completen en geestelijke lezing (lectio divina). De zusters werken bij voorkeur alleen, om ook gedurende het werk in stilte het innerlijk contact met God te bewaren in een sfeer van gebed.
Teresa schreef belangrijke boeken. Haar geschriften zijn tot op heden voor de Orde en voor de gehele Kerk een leidraad en gids voor het geestelijk leven van talloze mensen.
Haar belangrijkste geschriften zijn: Weg van Volmaaktheid, Het Boek van mijn Leven en Innerlijke Burcht. In deze laatste beschrijft zij de ontwikkeling van een gebedsleven in alle stadia door middel van prachtige metaforen.
De karmelorde heeft naast Teresa van Avila nog vele andere grote heiligen voortgebracht waarvan de belangrijksten zijn: Jan van het Kruis, Thérèse van Lisieux en Edith Stein.