Ontstaan van de Orde
Aan het einde van de 12e eeuw leven er in het Karmelgebergte, in het Noorden van het tegenwoordige Israël, kluizenaars in grotten, in navolging van de profeet Elia, die voor hen een voorbeeld is van intieme omgang met God in gebed en eenzaamheid. Zij noemen zich “Broeders van de Zalige Maagd Maria”.
De kluizenaars bouwen op de Berg Karmel een kapel ter ere van Maria en vragen aan de patriarch van Jeruzalem, Albertus van Avogrado, een leefregel. Albertus schrijft de Karmelregel tussen 1205 en 1214 en verenigt daarmee deze kluizenaars van de Karmel tot een gemeenschap van broeders onder leiding van een prior. Zo ontstaat de Orde van de Karmelieten, of wel “de Orde van de broeders van Onze Lieve Vrouw van de Berg Karmel”.
Nadat de kluizenaars rond 1235 door Saraceense legers van de Berg Karmel zijn verdreven, verspreidt de Orde zich over Europa.
Karmelietessen
Johannes Soreth (1394-1471) Generaal Overste, staat rond 1450 toe dat ook vrouwen zich bij de Orde aansluiten. In de toenmalige Nederlanden ontstaan de eerste kloosters voor Karmelietessen, doordat enkele Begijnhoven worden omgevormd tot Karmelietessenkloosters. De op gang gebrachte beweging verspreidt zich ook in Frankrijk, Italië en Spanje. Als generaal van de Orde zet Joannes Soreth zich in voor een intensere beleving van het kloosterleven.
Teresa van Jezus
In de zestiende eeuw brengt Teresa van Avila in de Spaanse Karmelietessenkloosters een hervormingsbeweging op gang.
Teresa wordt in het jaar 1515 in Avila geboren, als Teresa de Ahumada y Cepeda. Als zij twintig jaar is, treedt zij in, in het Karmelietessenklooster van de Menswording in Avila. Naar haar eigen zeggen is zij daar heel gelukkig, ook al tobt ze met een zwakke gezondheid.
Teresa leefde in een turbulente tijd, die beheerst wordt door de ontdekking van de Nieuwe Wereld, het protestantisme in de Lage Landen, het Concilie van Trente, de Contrareformatie en de Inquisitie. In veel kloosters is de naleving van de Regel verslapt en is men toe aan een nieuw elan. Ook Teresa gaat steeds meer verlangen naar een meer radicale beleving van de Karmelregel. Ze spreekt er over met enkele medezusters en familieleden, wat uiteindelijk in 1562 leidt tot de stichting van een hervormd klooster, het Sint Jozefklooster in Avila.
Onder moeilijke omstandigheden sticht Teresa, met goedkeuring van de Generaal Overste van de Orde, pater Johannes Bapista Rubeus, in het totaal 17 kloosters voor karmelietessen. Haar moed en haar geloof doen haar alle tegenkantingen overwinnen.
Belangrijker nog is haar leer over het gebed, die zij op schrift stelt voor haar medezusters. Ook vandaag de dag weet zij lezers te boeien door haar beschrijving van de weg naar de volmaaktheid.
Teresa sterft in 1582 in Alba de Tormes. Na haar dood heeft zuster Anna van Sint Bartholomeus, die haar gezellin en verpleegster was, de begeestering en levensstijl van Teresa overgebracht naar Frankrijk en Vlaanderen.